In jouw donkere nacht
๐๐ฆ๐ต ๐ช๐ด ๐ฅ๐ฐ๐ฏ๐ฌ๐ฆ๐ณ. ๐ก๐ธ๐ข๐ณ๐ต, ๐ฅ๐ช๐ฆ๐ฑ๐ฆ ๐ฅ๐ถ๐ช๐ด๐ต๐ฆ๐ณ๐ฏ๐ช๐ด. ๐๐ฆ๐ฆ๐ฏ ๐ฆ๐ฏ๐ฌ๐ฆ๐ญ ๐ญ๐ช๐ค๐ฉ๐ต๐ฑ๐ถ๐ฏ๐ต ๐ต๐ฆ ๐ป๐ช๐ฆ๐ฏ. ๐ก๐ฆ ๐ฑ๐ณ๐ฐ๐ฃ๐ฆ๐ฆ๐ณ๐ต ๐ต๐ฆ ๐ด๐ค๐ฉ๐ณ๐ฆ๐ฆ๐ถ๐ธ๐ฆ๐ฏ, ๐ฎ๐ข๐ข๐ณ ๐ฆ๐ณ ๐ฌ๐ฐ๐ฎ๐ต ๐ฆ๐ณ ๐จ๐ฆ๐ฆ๐ฏ ๐จ๐ฆ๐ญ๐ถ๐ช๐ฅ. ๐๐ช๐ฆ๐ต ๐ฅ๐ข๐ต ๐ฉ๐ฆ๐ต ๐ฉ๐ข๐ข๐ณ ๐ป๐ข๐ญ ๐ฉ๐ฆ๐ญ๐ฑ๐ฆ๐ฏ. ๐ก๐ฆ ๐ฉ๐ฆ๐ฆ๐ง๐ต ๐ข๐ญ ๐ป๐ฐ ๐ท๐ข๐ข๐ฌ ๐จ๐ฆ๐ณ๐ฐ๐ฆ๐ฑ๐ฆ๐ฏโฆ ๐๐ญ ๐ป๐ฐ ๐ท๐ข๐ข๐ฌ ๐จ๐ฆ๐ด๐ค๐ฉ๐ณ๐ฆ๐ฆ๐ถ๐ธ๐ฅ ๐ฏ๐ข๐ข๐ณ ๐ฐ๐ฎ๐ฉ๐ฐ๐ฐ๐จ. ๐๐ฆ๐ฆ, ๐ฉ๐ฆ๐ต ๐ฉ๐ฆ๐ญ๐ฑ๐ต ๐ฉ๐ข๐ข๐ณ ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต ๐ฎ๐ฆ๐ฆ๐ณ. ๐๐ฆ๐ต ๐ธ๐ฐ๐ณ๐ฅ๐ต ๐ด๐ต๐ฆ๐ฆ๐ฅ๐ด ๐ฅ๐ฐ๐ฏ๐ฌ๐ฆ๐ณ๐ฅ๐ฆ๐ณ. ๐ก๐ฆ ๐ฌ๐ข๐ฏ ๐ด๐ค๐ฉ๐ณ๐ฆ๐ฆ๐ถ๐ธ๐ฆ๐ฏ ๐ธ๐ข๐ต ๐ป๐ฆ ๐ธ๐ช๐ญ, ๐ฎ๐ข๐ข๐ณ ๐ฉ๐ฆ๐ต ๐ฉ๐ฆ๐ญ๐ฑ๐ต ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต. ๐๐ฆ๐ต ๐ฆ๐ฏ๐ช๐จ๐ฆ ๐ธ๐ข๐ต ๐ฉ๐ฆ๐ญ๐ฑ๐ต ๐ช๐ด ๐จ๐ฆ๐ท๐ฐ๐ฆ๐ญ๐ญ๐ฐ๐ฐ๐ด๐ฉ๐ฆ๐ช๐ฅ. ๐๐ข๐ณ๐ฅ ๐ป๐ช๐ซ๐ฏ, ๐ฉ๐ข๐ข๐ณ ๐ฎ๐ข๐ด๐ฌ๐ฆ๐ณ ๐ธ๐ฆ๐ฆ๐ณ ๐ฐ๐ฑ ๐ป๐ฆ๐ต๐ต๐ฆ๐ฏ. ๐ก๐ช๐ค๐ฉ ๐ฏ๐ฆ๐ณ๐จ๐ฆ๐ฏ๐ด ๐ท๐ข๐ฏ ๐ข๐ข๐ฏ๐ต๐ณ๐ฆ๐ฌ๐ฌ๐ฆ๐ฏ. ๐๐ฏ๐ฅ๐ฆ๐ณ๐ด, ๐ซ๐ข ๐ฅ๐ข๐ฏ ๐ป๐ข๐ญ ๐ป๐ฆ ๐ท๐ฆ๐ณ๐ฅ๐ณ๐ช๐ฏ๐ฌ๐ฆ๐ฏ ๐ช๐ฏ ๐ฅ๐ฆ ๐ฅ๐ถ๐ช๐ด๐ต๐ฆ๐ณ๐ฏ๐ช๐ดโฆ
'Het sneeuwt, Juda!' Plotseling wordt Lieke gewekt door de stem van haar broertje Joas. Ze opent langzaam haar ogen en slaat de deken opzij. Zou het echt sneeuwen? Ze loopt naar het raam en schuift de gordijnen iets opzij. Inderdaad, het sneeuwt. En niet een klein beetje ook. Dikke vlokken dwarrelen naar beneden. De straat is al niet meer te zien. Het is een grote, witte wereld. Alles lijkt mooi, net als nieuw. En even voelt ze het diepe contrast met haar donkere gedachten.
Hij is zeker niet de eerste die buiten een wandeling maakt. Eigenlijk moest hij aan de studie, maar het witte landschap lonkt hem. Er spelen al veel kinderen in de sneeuw. Zodra hij de eerste stappen buiten zet, verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. Hij mag dan al wel twintig zijn, maar met sneeuw voelt hij zich weer even een kind. Zijn buurjongens hebben hem al gezien. 'Daniรซl, wil je ons helpen met het bouwen van een iglo,' vraagt Sem met een smekend gezicht. 'Nou vooruit jongen, omdat je het weer zo heel lief vraagt.' Daniรซl loopt met Sem mee om te kijken hoe ver de jongens al zijn. 'Zo, zo jullie zijn al goed bezig geweest,' zegt hij als de volle emmers ziet. Snel pakt hij een emmer en schept hem vol met sneeuw. De jongens vinden het prachtig en zo goed als ze kunnen helpen ze hem mee. Maar als de eerste muur staat, zijn ze het zat. Ze beginnen sneeuwballen te gooien, met als resultaat een sneeuwballengevecht met jong en oud. Daniรซl geniet met volle teugen. Even geen moeilijke tentamenstof. Geen ingewikkelde woorden, maar ouderwets simpel genieten van de vreugde om hem heen.
Na een tijdje ploft hij op het bankje. De kinderen hebben hem flink uitgeput. Wat een energie zat er in hen! Hij kijkt omhoog naar de wolken, waar nog steeds sneeuw uit valt. Het is toch echt wel gaaf dat de wereld er in korte tijd zo anders uit kan zien. Hij laat zijn hoofd weer zakken, maar halverwege blijft zijn blik hangen. Daar staat ze weer. Hij kent haar van vroeger. Hij weet nog goed hoe ze samen met haar vriendinnen ook meedeed aan de activiteiten van hun kerk. Maar hij had haar nu al twee jaar niet meer gezien. Niet bij de activiteiten en ook niet in de kerk. Hun blikken kruisen elkaar en langzaam steekt hij zijn hand op. Maar ze beantwoordt zijn groet niet.
๐๐ฆ๐ต ๐ช๐ด ๐ฅ๐ฐ๐ฏ๐ฌ๐ฆ๐ณ ๐ฐ๐ฎ ๐ฉ๐ข๐ข๐ณ ๐ฉ๐ฆ๐ฆ๐ฏ. ๐๐ฐ๐ณ๐ช๐จ ๐ซ๐ข๐ข๐ณ ๐ธ๐ข๐ด ๐ข๐ญ๐ญ๐ฆ๐ด ๐ฏ๐ฐ๐จ ๐ป๐ฐ ๐ข๐ฏ๐ฅ๐ฆ๐ณ๐ด ๐ฆ๐ฏ ๐ฏ๐ฐ๐ณ๐ฎ๐ข๐ข๐ญ ๐จ๐ฆ๐ด๐ฑ๐ณ๐ฐ๐ฌ๐ฆ๐ฏ ๐ฌ๐ฐ๐ฏ ๐ป๐ฆ ๐จ๐ฆ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต๐ฆ๐ฏ ๐ท๐ข๐ฏ ๐ฅ๐ฆ๐ป๐ฆ ๐ต๐ช๐ซ๐ฅ ๐ท๐ข๐ฏ ๐ฉ๐ฆ๐ต ๐ซ๐ข๐ข๐ณ. ๐๐ข๐ข๐ณ ๐ฏ๐ถโฆ ๐ฉ๐ฆ๐ต ๐ช๐ด ๐ข๐ญ ๐ป๐ฐ ๐ญ๐ข๐ฏ๐จ ๐จ๐ฆ๐ญ๐ฆ๐ฅ๐ฆ๐ฏ ๐ฅ๐ข๐ต ๐ป๐ฆ ๐ฆ๐ฆ๐ฏ ๐ฃ๐ฆ๐ฆ๐ต๐ซ๐ฆ ๐ญ๐ช๐ค๐ฉ๐ต ๐ฉ๐ฆ๐ฆ๐ง๐ต ๐จ๐ฆ๐ป๐ช๐ฆ๐ฏ. ๐๐ณ ๐ฐ๐ฏ๐ต๐ด๐ฏ๐ข๐ฑ๐ต ๐ฆ๐ฆ๐ฏ ๐ป๐ถ๐ค๐ฉ๐ต. ๐ก๐ฆ ๐ด๐ญ๐ช๐ฌ๐ต ๐ฆ๐ฏ ๐ช๐ฏ๐ฆ๐ฆ๐ฏ๐ด ๐ช๐ด ๐ฅ๐ข๐ข๐ณ ๐ต๐ฐ๐ค๐ฉ ๐ฅ๐ช๐ฆ ๐ด๐ค๐ฉ๐ณ๐ฆ๐ฆ๐ถ๐ธ: '๐๐ฐ๐ฅ, ๐ธ๐ข๐ข๐ณ ๐ฃ๐ฆ๐ฏ๐ต ๐? ๐๐ฆ๐ญ๐ฑ ๐ฎ๐ฆ!' ๐๐ฆ๐ฆ๐ณ ๐ฌ๐ข๐ฏ ๐ป๐ฆ ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต ๐ป๐ฆ๐จ๐จ๐ฆ๐ฏ. ๐ก๐ฆ ๐ธ๐ฆ๐ฆ๐ต ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต ๐ธ๐ข๐ต ๐ป๐ฆ ๐ฎ๐ฆ๐ฆ๐ณ ๐ฎ๐ฐ๐ฆ๐ต ๐ป๐ฆ๐จ๐จ๐ฆ๐ฏ. ๐๐ข, ๐ป๐ฆ ๐ธ๐ข๐ด ๐๐ฐ๐ฅ ๐ฌ๐ธ๐ช๐ซ๐ต. ๐ก๐ฆ ๐ญ๐ข๐ด ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต ๐ฎ๐ฆ๐ฆ๐ณ ๐ช๐ฏ ๐ฅ๐ฆ ๐๐ช๐ซ๐ฃ๐ฆ๐ญ, ๐จ๐ช๐ฏ๐จ ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต ๐ฎ๐ฆ๐ฆ๐ณ ๐ฏ๐ข๐ข๐ณ ๐ฅ๐ฆ ๐ฌ๐ฆ๐ณ๐ฌ ๐ฆ๐ฏ ๐ต๐ฐ๐ค๐ฉ ๐ช๐ด ๐ฅ๐ข๐ข๐ณ ๐ฐ๐ฐ๐ฌ ๐ฏ๐ฐ๐จ ๐ธ๐ฆ๐ญ ๐ช๐ฆ๐ต๐ด ๐ท๐ข๐ฏ ๐ฅ๐ข๐ต ๐ท๐ฆ๐ณ๐ต๐ณ๐ฐ๐ถ๐ธ๐ฆ๐ฏ ๐ท๐ข๐ฏ ๐ท๐ณ๐ฐ๐ฆ๐จ๐ฆ๐ณ. ๐๐ญ ๐ฌ๐ข๐ฏ ๐ป๐ฆ ๐ฆ๐ณ ๐ฏ๐ถ ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต ๐ฃ๐ช๐ซ. ๐๐ณ๐ฐ๐ฆ๐จ๐ฆ๐ณ, ๐ซ๐ข, ๐ต๐ฐ๐ฆ๐ฏ ๐ธ๐ข๐ด ๐ข๐ญ๐ญ๐ฆ๐ด ๐ญ๐ฆ๐ถ๐ฌ ๐ฆ๐ฏ ๐จ๐ฆ๐ป๐ฆ๐ญ๐ญ๐ช๐จ. ๐๐ฐ๐ฆ๐ฏ ๐จ๐ช๐ฏ๐จ ๐ป๐ฆ ๐ฎ๐ฆ๐ต ๐ท๐ฆ๐ญ๐ฆ ๐ข๐ฏ๐ฅ๐ฆ๐ณ๐ฆ ๐ซ๐ฐ๐ฏ๐จ๐ฆ๐ณ๐ฆ๐ฏ ๐ฏ๐ข๐ข๐ณ ๐ฉ๐ฆ๐ต ๐ซ๐ฆ๐ถ๐จ๐ฅ๐ธ๐ฆ๐ณ๐ฌ ๐ช๐ฏ ๐ฉ๐ข๐ข๐ณ ๐ฌ๐ฆ๐ณ๐ฌ. ๐๐ฐ๐ฆ๐ฏ ๐ธ๐ข๐ด ๐ฉ๐ฆ๐ต ๐ฏ๐ฐ๐จ ๐จ๐ฆ๐ป๐ฆ๐ญ๐ญ๐ช๐จ, ๐ฎ๐ข๐ข๐ณ ๐ฏ๐ถ ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต ๐ฎ๐ฆ๐ฆ๐ณ. ๐๐ณ ๐ธ๐ข๐ณ๐ฆ๐ฏ ๐ป๐ฐ๐ท๐ฆ๐ฆ๐ญ ๐ท๐ณ๐ข๐จ๐ฆ๐ฏ, ๐ฎ๐ข๐ข๐ณ ๐ป๐ฆ ๐ท๐ฐ๐ฏ๐ฅ ๐ฏ๐ฆ๐ณ๐จ๐ฆ๐ฏ๐ด ๐ฆ๐ฆ๐ฏ ๐ฑ๐ญ๐ฆ๐ฌ ๐ธ๐ข๐ข๐ณ ๐ป๐ฆ ๐ฎ๐ฆ๐ต ๐ข๐ญ ๐ท๐ณ๐ข๐จ๐ฆ๐ฏ ๐ต๐ฆ๐ณ๐ฆ๐ค๐ฉ๐ต ๐ฌ๐ฐ๐ฏ. ๐๐ช๐ฆ๐ฎ๐ข๐ฏ๐ฅ ๐ฃ๐ฆ๐จ๐ณ๐ฆ๐ฆ๐ฑ ๐ฉ๐ข๐ข๐ณ. ๐๐ช๐ฆ๐ฎ๐ข๐ฏ๐ฅ ๐ฌ๐ฆ๐ฏ๐ฅ๐ฆ ๐ฉ๐ข๐ข๐ณ ๐ฆ๐ฏ ๐ฉ๐ข๐ข๐ณ ๐ฑ๐ช๐ซ๐ฏ. ๐ก๐ฆ ๐ท๐ฐ๐ฆ๐ญ๐ฅ๐ฆ ๐ป๐ช๐ค๐ฉ ๐ข๐ญ๐ญ๐ฆ๐ฆ๐ฏ.
Lieke kijkt nog steeds naar buiten. De jongen komt haar bekend voor. Was hij ook niet altijd bij de activiteiten van het jeugdwerk geweest? Ze is zijn naam kwijt, maar ze weet zeker dat hij ook bij haar naar de kerk ging. Ze ziet hem opstaan en richting haar huis lopen. Haar ademhaling versnelt. Wat gaat hij doen? Zal hijโฆ? Ja, de bel gaat. Ze weet dat papa en mama met Juda en Joas buiten zijn. En Sophie is bij een vriendin slapen. Zal ze opendoen? Maar nee, ze doet het niet. Ze durft niet. Nog een keer gaat de bel. Lieke loopt terug naar haar raam en ziet de jongen terug lopen. Snel wil ze zich omdraaien, maar het lukt niet. Ze blijft kijken totdat de jongen zich omdraait. Hij steekt weer zijn hand op. En dan ineens flitst zijn naam door haar gedachte. Daniรซl. Dat was het. Daniรซl
heette hij. De grappenmaker van de groep. Altijd wist hij wel een grap met de leiding uit te halen. Maar hij kon ook heel erg serieus zijn, weet ze zich nog te herinneren. Je kon met hem goede en diepgaande gesprekken over van alles en nog wat. En voor even verschijnt er een kleine glimlach op haar gezicht als ze denkt aan de mooie avonden die ze als groep hebben gehad.
Als Daniรซl weer thuis op zijn kamer zit, pakt hij zijn smartphone en zoekt het liedje op. Hij moest er aan denken toen hij van Lieke naar huis was gelopen. Hij opent de app Spotify en typt in: '๐๐ฐ๐ฎ๐ฆ๐ธ๐ฉ๐ฆ๐ณ๐ฆ ๐ช๐ฏ ๐บ๐ฐ๐ถ๐ณ ๐ด๐ช๐ญ๐ฆ๐ฏ๐ต ๐ฏ๐ช๐จ๐ฉ๐ต. Het lied had hem zelf in moeilijke tijden veel troost gegeven. Zal hij het haar sturen, of is dat raar? Eerst maar even kijken of hij haar nummer nog heeft. Hij scrolt door de Whatsapp contacten. Ja, daar had je de groepsapp van de jeugdvereniging. Nu nog maar hopen dat ze nog in de groepsapp zit. Het duurt even, maar dan ziet hij haar naam staan. Hij klikt op haar profielfoto. Er is een lachend gezicht te zien, heel anders dan het gezicht wat hij net achter het raam had gezien. Hij plakt de link naar het liedje en klinkt op versturen.
Brrr..brrrโฆ Haar smartwatch om haar pols begint te trillen. Een onbekend nummer heeft haar een appje gestuurd. Ze tikt het bericht aan en ziet dan de profielfoto. Daniรซl. 'Weet dat er altijd Iemand is die jou ziet, ook in de donkere stille nacht.' Lieke slikt. Waarom treft haar dit zo? Omdat ze hem al zo lang niet meer heeft gesproken? Ofโฆ omdat hij het zo raak weet te verwoorden?
Daniรซl betrapt zich erop dat hij regelmatig op zijn smartphone kijkt. Nog steeds geen reactie, ze had het appje al wel gelezen. Nou ja, dan maar weer studeren en hij pakt zijn boeken erbij. Het was wel een goede afleiding. Na een paar uur heeft hij er toch genoeg van en gunt hij zichzelf een geniet momentje in de sneeuw. De jongens zullen het vast weer fantastisch vinden als hij weer naar buiten kwam. En daar heeft hij gelijk in. Hij heeft nog maar net een stap buiten de deur gezet of ze komen al rennend naar hem toe. 'Daniรซl, kom je ons weer helpen, want we willen sleeรซn, maar dat lukt nog niet zo goed. Daniรซl lacht. Hij ziet Juda, Joas, Micha en Jasmijn bezig met de slee. Micha en Joas, de kleinsten van de vier, zitten achterop, de anderen proberen te trekken. 'Tuurlijk wil jullie wel weer helpen. Ga maar lekker zitten.' 'Allemaal?' 'Als dat past, probeer het maar!' De kinderen passen en duwen net zo lang tot ze alle vier op de slee zitten. Daniรซl pakt het uiteinde van het touw en begint te trekken. Het gaat moeilijk, maar het lukt 'Harder, Daniรซl!' 'Ik doe mijn best,' puft hij en trekt nog wat harder. De kinderen vinden het prachtig! Voor die blije gezichtjes, daar doet hij het voor. Als zij genieten, geniet hij ook!
Stilletjes kijkt Lieke weer naar buiten. Ze ziet de buurkinderen genieten. Wat zou ze zelf ook weer blij willen zijn. Kunnen genieten, kunnen lachen. Samen met anderen zijn. Ze wringt haar handen ineen en voelt de onrust weer opkomen. Zal ze naar buiten gaan? Met hen meedoen? Ze weet dat het een goede stap is, maar wat moet ze dan tegen Daniรซl zeggen. Zijn appje vond ze heel erg lief, maar om dat nou zo te zeggenโฆ Even haalt ze diep adem. Dan draait ze zich om en gaat de trap af. Ze kleedt zich warm aan en stapt naar buiten. Verlegen loopt ze naar de buurkinderen. 'Hoi', klinkt het zacht. 'Lieke,' roept Joas enthousiast terwijl hij van de slee afspringt en zijn armen om zijn grote zus heen slaat. Lieke ziet Daniรซls ogen even oplichten. 'He, leuk dat je er bent! Help je mee?' Hij lijkt het heel normaal te vinden dat ze ineens voor hem staat. 'Okรฉ,' zegt Lieke opgelucht. 'Hier, als jij trekt, zal ik wel duwen.' Ze pakt het touw aan en begint te trekken. 'Zo gaat het veel sneller en een stuk makkelijker,' zegt Daniรซl lachend. De kinderen vinden het geweldig dat ze nu zo snel gaan. En zelfs Lieke geniet. Ze vindt het heerlijk om weer buiten te zijn en later op de middag doet ze enthousiast mee met het sneeuwballengevecht. Daniรซl lacht naar haar. 'Dank je, voor je appje,' fluistert Liek als ze een kort moment naast hem staat. 'Graag gedaan, ik had het gevoel dat je het nodig had.' Lieke knikt en draait zich snel om naar Joas, die alweer haar aandacht vraagt. Ze vindt het niet erg. Eindelijk voelt ze zich weer blij en gelukkig. Eindelijk kan ze weer samen met anderen echt genieten.
Op eerste kerstdag is Lieke al vroeg wakker. Ze pakt haar smartphone en opent het appje nog een keer van Daniรซl. Ze klikt het lied aan en geniet van de mooie tekst. Dan pakt ze behoedzaam haar Bijbel. Voor het eerst, na zo lange tijd. Na even bladeren begint ze te lezen. Eerst Jesaja 9, dan het kerstevangelie. En daarna neemt ze haar definitieve besluit. Heel langzaam loopt ze de trap af. En opent voorzichtig de kamerdeur. 'Ik ga mee' 'Goedemorgen, Lieke. Wat fijn, zeg! Kom maar snel.' 'Lieke!' Joas rent op haar af. 'Ik ga naast jou zitten. 'Dat is goed.' 'Ik wil ook,' zegt Juda snel. 'Dat mag, maar wel allebei stil zitten,' zegt mama met een knipoog naar Lieke. 'Maak je maar klaar, dan kunnen we gaan.'
De kerk zit al erg vol. Lieke kijkt om zich heen, terwijl ze na Juda de bank inschuift. Wat is het lang geleden dat ze hier was! Maar nu is ze er en zal ze blijven komen. Ze kijkt naar de beamer. Johannes 1 gaan ze lezen. Even fronst Lieke haar wenkbrauwen. Niet het echte kerstverhaal, waar ze zo naar had uitgekeken. Ze pakt haar bijbeltje erbij en zoekt het eerste hoofdstuk van Johannes op. Haar ogen blijven steken bij de woorden in het vijfde vers: "Het Licht schijnt in de duisternis". De woorden raken. Het Licht schijnt. In de duisternis. Ook in mijn duisternis, schiet het door haar heen. Joas leunt tegen haar aan en met een glimlach slaat ze haar arm om haar broertje heen.
Enkele tientallen meters voor hem en zijn ouders ziet Daniรซl Lieke en haar gezin lopen. Uit zijn hart stijgt een dankgebed op. Gelukkig, ze is er weer! Dat is heel lang geleden, weet hij. Blij loopt hij met zijn ouders en zusje de kerk binnen. Ze gaan op hun vaste plek achterin zitten en wachten tot de dienst begint.
Wat is Lieke blij als ze later de kerk uit loopt. De woorden van de predikant leken voor haar te zijn. Woorden over het Licht dat gekomen is in de duisternis, over een God die ons allemaal de hand reikt en voor ons allemaal het Licht wil zijn. Woorden die haar hoop hebben gegeven. Zodra ze de kerk uit zijn, stoot Lieke haar moeder aan. 'Ik kom zo.' 'Is goed, maar blijf niet te lang weg. Opa en oma komen ook bij ons.' 'Nee, het duurt niet lang.' Lieke loopt naar Daniรซl, die haar had gewenkt. Ze praten even over de preek en als bijna iedereen weg is, eindigt Daniรซl het gesprek. Ze moeten allebei naar huis. Daniรซl steekt zijn hand naar haar uit. 'Komโฆ'
Stil en vol verwondering kijkt Lieke die middag onder het eten om zich heen. De donkere duisternis is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een groot en stralend licht. En in dat licht ziet ze dat ze nooit alleen is geweest, maar dat er mensen om haar heen staan. Ze zag het alleen niet. Het is weer licht. Ze denkt terug aan de woorden die Daniรซl sprak toen hij haar hand pakte. 'Kom', zei hij. Je hoeft niet langer alleen te zijn. Kom, dan gaan we samen. Samen met God. Hij kent ons, en is voor ons naar deze aarde gekomen! We zijn nooit meer alleen in onze, donkere nacht' Nu moet ze toch ook weer denken aan dat lied wat ze een paar dagen van hem via de app had ontvangen en waar het allemaal mee was begonnen. Ze had het al verschillende keren geluisterd en kende de tekst uit haar hoofd. Zachtjes begint ze te neuriรซn en terwijl iedereen aan tafel zitten te eten, komen de woorden in haar gedachten naar boven.
๐๐ณ๐จ๐ฆ๐ฏ๐ด ๐ช๐ฏ ๐ซ๐ฆ ๐ด๐ต๐ช๐ญ๐ญ๐ฆ ๐ฏ๐ข๐ค๐ฉ๐ต
๐๐ฆ ๐ฉ๐ฆ๐ฎ๐ฆ๐ญ ๐ฉ๐ฐ๐ฐ๐ณ๐ต ๐ฉ๐ฆ๐ต ๐ญ๐ช๐ฆ๐ฅ ๐ฅ๐ข๐ต ๐ซ๐ฆ ๐จ๐ฆ๐ฃ๐ณ๐ฐ๐ฌ๐ฆ๐ฏ ๐ฉ๐ข๐ณ๐ต ๐ฉ๐ฆ๐ฆ๐ง๐ต ๐จ๐ฆ๐ฉ๐ถ๐ช๐ญ๐ฅ
๐๐ฐ๐ฐ๐ฑ ๐ช๐ด ๐ฉ๐ช๐ฆ๐ณ, ๐ต๐ช๐ญ ๐ซ๐ฆ ๐ฉ๐ฐ๐ฐ๐ง๐ฅ ๐ฎ๐ข๐ข๐ณ ๐ฐ๐ฑ
๐๐ข๐ฏ๐ต ๐๐ช๐ฆ๐ง๐ฅ๐ฆ ๐ช๐ด ๐จ๐ฆ๐ฌ๐ฐ๐ฎ๐ฆ๐ฏ ๐ฐ๐ฎ ๐ซ๐ฆ ๐ต๐ฆ ๐ท๐ช๐ฏ๐ฅ๐ฆ๐ฏ
๐๐ณ๐จ๐ฆ๐ฏ๐ด ๐ช๐ฏ ๐ซ๐ฆ ๐ด๐ต๐ช๐ญ๐ญ๐ฆ ๐ฏ๐ข๐ค๐ฉ๐ต
๐๐ฆ๐ง ๐ซ๐ฆ ๐ฉ๐ฐ๐ฐ๐ง๐ฅ
๐๐ฆ๐ง ๐ซ๐ฆ ๐ฉ๐ข๐ณ๐ต ๐ฎ๐ข๐ข๐ณ ๐ฐ๐ฑ
๐๐ฎ๐ฎ๐ข๐ฏ๐ถ๐ฆ๐ญ ๐ป๐ข๐ญ ๐ซ๐ฆ ๐ฐ๐ฏ๐ต๐ฎ๐ฐ๐ฆ๐ต๐ฆ๐ฏ ๐ธ๐ข๐ข๐ณ ๐ซ๐ฆ ๐ฐ๐ฐ๐ฌ ๐ฃ๐ฆ๐ฏ๐ต
๐๐ช๐ซ ๐ฌ๐ฆ๐ฏ๐ต ๐ซ๐ฆ ๐ฑ๐ช๐ซ๐ฏ
๐๐ช๐ซ ๐ฌ๐ฆ๐ฏ๐ต ๐ซ๐ฆ ๐ฏ๐ข๐ข๐ฎ
๐๐ฏ ๐ซ๐ช๐ซ ๐ฃ๐ฆ๐ฏ๐ต ๐ฑ๐ณ๐ฆ๐ค๐ช๐ฆ๐ด ๐ฅ๐ฆ ๐ณ๐ฆ๐ฅ๐ฆ๐ฏ ๐ฅ๐ข๐ต ๐๐ช๐ซ ๐ฌ๐ธ๐ข๐ฎ
(๐๐ฐ๐ฎ๐ฆ๐ธ๐ฉ๐ฆ๐ณ๐ฆ ๐ช๐ฏ ๐บ๐ฐ๐ถ๐ณ ๐ด๐ช๐ญ๐ฆ๐ฏ๐ต ๐ฏ๐ช๐จ๐ฉ๐ต โ ๐๐ข๐ด๐ต๐ช๐ฏ๐จ ๐๐ณ๐ฐ๐ธ๐ฏ๐ด)
